“Mijn gevoel zegt dat biologisch beter is” aldus Jelmer Vierstra van Natuur en Milieu. Dat is één van de verhelderende zaken op Het groente en fruit congres afgelopen november in het Sparta stadion. Het Nationaal Groente en Fruit Congres stond in het teken van certificering en de eisen die vanuit de markt gesteld worden op gebied van milieu. Aanleiding was natuurlijk de vraag van supermarkten naar hetmilieukeur certificaat. Inmiddels is milieukeur omgedoopt tot ‘On the way to PlanetProof’ waarbij ‘On the way’ wel heel goed beschrijf dat PlanetProof als zodanig geen doel is maar vooral een route waarbij de weg belangrijker is dan de bestemming.
Verandering
Vierstra opende het congres als spreker namens Natuur en Milieu. Natuur en Milieu is partner met Albert Heijn in het initiatief TopCrop. Uit dit initiatief komt de beruchte lijst met 27 middelen. Vierstra schetste een helder beeld van de positie van maatschappelijke organisaties waarbij hij Natuur en Milieu bij de 3egeneratie plaatst. Deze 3egeneratie maatschappelijke organisaties zoeken de samenwerking om veranderingen te realiseren. En samenwerking met Albert Heijn is natuurlijk een heel dankbaar voorbeeld. Het antwoord over zijn gevoel voor biologische teelt was een reactie op een vraag uit de zaal over het perspectief van duurzaamheid van professionele tuinbouw t.o.v. biologische land- en tuinbouw. Uiteraard was zijn opmerking over zijn gevoel niet het gewenste antwoord. Immers alle telers werken met rationele lijsten, concrete bonus en maluspunten en nauwkeurig bijhouden van actieve stof tot achter de komma. Een gevoel dat een ander systeem beter is, geeft geen antwoord op de rationele benadering van de lijst van 27 en een uitgebreide lijst voor PlanetProof.
Perceptie is geen werkelijkheid
En dat beschrijft feitelijk de echte situatie: er is een groot gat tussen emotie en werkelijkheid. Michaël Wilde, spreker namens Eosta verwoorde het op een treffende manier: “de perceptie van de consument en de milieuorganisaties komt niet overeen met de werkelijkheid.” Uit de mond van Wilde als woordvoerder van een biologisch handelsbedrijf, een erg nuchtere en verhelderende beschrijving van de situatie. Ook Jelte van Kammen die namens het Groenten Fruit Huis sprak, had een vergelijkbare boodschap. De stappen die de tuinbouw gezet heeft t.a.v. milieumaatregelen en duurzaamheid zijn groot en het is niet raar om te denken dat er nog steeds stappen gezet kunnen worden die niet noodzakelijk leiden tot een biologische teelt.
Opvallend bij beide sprekers was het inzicht dat ze gaven in duurzaamheid. Beiden verwezen naar de Verenigde Naties die 17 duurzaamheidsdoelen hebben benoemd. In geen van deze doelen wordt nadrukkelijk gewasbescherming omschreven. Wel sparen van de milieu impact en zorgen voor schoon water. Maar ook zorgen voor fatsoenlijk werk en inclusieve, economische groei. Alleen focussen op gewasbeschermingsmiddelen doet onrecht aan het streven naar een duurzame samenleving. Hoewel juist deze focus in zowel PlanetProef als in TopCrop veruit de boventoon voeren.