‘Straks kun je thuis een ijsje printen’
In Star Trek wist Captain Jean Luc Picard in een handomdraai een kopje thee uit de ‘replicator’ te toveren, door simpelweg het commando ‘tea, earl grey’ te geven. Op dat moment leek deze technologie onbereikbaar en fantastisch. De realiteit is dat we anno 2016 allerlei producten kunnen maken met behulp van de 3D-printer. Ook voedsel. Wat betekent dat voor de tuinbouwindustrie?
Stelling: Over tien jaar maakt 3D-geprint voedsel standaard onderdeel uit van de maaltijd.
Kjeld van Bommel, senior consultant TNO, specialist 3D-printen voedsel
‘3D-printer vooral ingezet als specialty’
Kjeld van Bommel, senior consultant TNO, specialist 3D-printen voedsel
“Ik neig ernaar om met ‘ja’ te reageren op de stelling, maar misschien niet dagelijks. Voedsel uit de 3D-printer wordt wel meer gemeengoed. Zo worden er nu al een miljoen magnetronpannenkoeken per dag geprint voor de supermarkten in Nederland, die ontwikkeling gaat best snel. Ik verwacht niet dat de 3D-printer versproducten zoals appels, komkommers en vlees gaat vervangen. Zo heeft een appel een speciale textuur en bite die niet zo makkelijk na te maken is. Processed foods, zoals chocola, kun je eenvoudiger smelten en printen.
Marc Oude Luttikhuis, directeur Foodatelier, Enschede
‘Een appel printen? Dat is duur en onnodig’
“Ik ben het niet met de stelling eens, vooral omdat ik het voordeel van 3D-geprinte voedingsproducten voor dagelijks gebruik op grote schaal niet zie. Er is alleen sprake van toegevoegde waarde als 3D-printen tijdwinst oplevert, het om een speciale toepassing of een unieke vormgeving gaat. Bij voedsel is dat niet per definitie zo, dat heeft al een vorm. Dan ga je die afbreken en opnieuw vormgeven, met welk doel? Voor de dagelijkse maaltijd zie ik dan ook geen rol weggelegd voor 3D-geprint voedsel. Voor de tuinbouwsector is het absoluut geen bedreiging. Waarom zou je een boontje in 3D willen printen, wat is daarvan het voordeel? Een appel printen? Dat is duur en onnodig, want die appel is er al. Wat je wel ziet, is dat producten op een andere manier worden aangeboden. Denk aan de vele manieren waarop aardappelen worden verkocht in het koelvak: geschild, in schijfjes, gekruid… De convenience-industrie groeit. Voor de tuinbouw is het veel belangrijker om mee te gaan met die ontwikkelingen in de markt en consumentgerichte oplossingen aan te bieden. Daar liggen kansen.
ar geleden bestond die nog niet, en moet je zien wat je er nu allemaal mee doet.”