“Waarom ligt er in de zomer, winterpeen in het groenteschap?” Een vraag van een relatieve buitenstaander die bleef hangen. Natuurlijk weten we als ingewijden in de AGF wereld wel dat winterpeen staat voor een bepaald type wortel die inderdaad in de winter bewaard wordt. Maar wellicht betekent winterpeen voor een aantal mensen dat het over een wortel gaat die je in de winter moet eten. In die lijn zou er naast winterpeen ook zomerpeen moeten zijn. En dat bieden we eigenlijk niet aan. Dat verkopen we dat weer als waspeen of bospeen.
De vraag over winterpeen geeft te denken over het belang van seizoenen. De maatschappelijke trend rond voeding is: ‘eten met het seizoen mee’. Want dat is duurzaam, zorgt voor afwisseling en stimuleert de economie van lokale boeren en tuinders. Maar de gemiddelde consument is maar zeer beperkt op de hoogte van welke groente of fruit bij welk seizoen hoort. En lokaal blijkt ook maar al te vaak een relatief begrip. Want moet je in juli nu kersen of perziken in de fruitschaal leggen om met het seizoen mee te eten. Het is allebei seizoensfruit. Maar wel met een ruime interpretatie van lokaal geproduceerd. Daarnaast zet naamgeving de consument ook op het verkeerde been. Als we het bijvoorbeeld over zomerfruit hebben terwijl rode bessen juist met kerstmis een delicatesse is. En inderdaad de winterpeen die jaar rond beschikbaar is.
Eigenlijk zijn er maar een beperkt aantal producten die echte aan seizoenen hangen. Asperges is een goed voorbeeld en ook boerenkool en zuurkool. Ook al zijn zuurkool en asperges inmiddels jaar rond verkrijgbaar. Waarbij de gemiddelde consument geen benul heeft van wat lokaal is. Blijkbaar hebben we nog veel te vertellen over lokaal en seizoenen maar misschien moeten de AGF sectorgenoten eerst eens in de spiegel kijken. Zo’n vraag over winterpeen in de zomer maakt vooral duidelijk hoe weinig we eigenlijk onze eigen producten beoordelen. Weten we eigenlijk zelf wel wat we verkopen?